Tweehonderd paar Soedaneze ogen kijken mij verwachtingsvol aan. Mannen rechts, de lokale chief vooraan met tot op de draad versleten krijtstreepcolbert en bemodderde laarzen. Kinderen links en achteraan de Toposa vrouwen, traditioneel uitgedost voor een feestelijke bijeenkomst.

Ik ben in Kuron in Zuid-Soeden. Kuron is het geesteskind van Bisschop Paride Taban, een vredesgemeenschap uit het niets gesticht. Als teken van hoop, als veilige haven in een gewelddadige regio. Veeroof is in deze regio een eeuwenoud fenomeen. Maar door de alom aanwezige kalashnikovs escaleerde het geweld en steeg het aantal slachtoffers, en er is geen overheid die het geweld beteugelt. Geen leger dat de kinderen beschermt. Geen politie die het geroofde vee opspoort.

IKV Pax Christi ondersteunt in Kuron initiatieven om het escalerende geweld terug te dringen. Rivaliserend etnische gemeenschappen ontmoeten elkaar. Mensen leren bemiddelen bij conflicten, sporen geroofd vee op. Want een geroofde koe is niet zomaar een koe die je kunt vervangen door een andere. “Als je broer ontvoerd is, kun je die toch ook niet vervangen door een andere man” zo legt iemand mij uit.

Voor traditionele ontwikkelingsorganisaties lijkt Kuron een brug te ver. Letterlijk. Kuron is moeilijk bereikbaar. Ook de route van de airstrip naar Kuron is nog steeds onbegaanbaar. De regens duurden dit jaar langer dan ooit. Alleen een vrachtauto kan door de zware modder ploegen. Elke stap vooruit is hier een enorme uitdaging en vergt geduld. Vooruitgang verloopt pijnlijk traag. Daarom laten de ontwikkelingsorganisaties Kuron links liggen. Zij hebben geen geduld, geen vertrouwen.

Maar vandaag is het een feestdag. Door steun van IKV Pax Christi is er in Kuron een jeugdtrainingscentrum gebouwd. Het is bedoeld als epicentrum voor vredesinitiatieven die een einde moeten maken aan de gewelddadige veeroof. Want het geweld is de laatste jaren wel verminderd maar nog niet voorbij.

Tweehonderd paar ogen kijken mij aan. Ik moet het trainingscentrum openen. Wat te zeggen? Ik vertel dat ik mij een speech van Bisschop Paride Taban in Nederland herinner. Taban zei dat alle Soedanezen dieven zijn. Er viel een pijnlijke stilte. Taban vervolgde zijn speech monter. De Soedanezen zijn dieven, zij stelen je hart zodra je Soedan bezoekt.

En hij heeft gelijk, zo vertel ik. De schoonheid van het land, de verhalen van de mensen,  hun hardnekkige hoop op vrede veroveren je hart. Zin voor zin wordt vertaald in de lokale taal. En tweehonderd paar ogen kijken mij verheugd aan. Ik knip een lint door. De lokale chief oogt tevreden, de vrouwen dansen. Het is ze weer gelukt. De dieven stelen mijn hart.

Geef een reactie