Er gloort hoop in Jemen. Een sprankje, een vleugje hoop. Het valt op als journalisten met deze woorden over Jemen schrijven. Jemen is ontaard in de ergste humanitaire ramp in onze tijd. Jemen is het symbool van ondragelijk menselijk lijden, van politieke onverschilligheid. Hoop in Jemen. En dat op weg naar Kerst. Je kan het bijna niet geloven.

Is er reden voor deze hoopvolle woorden. Ja, zou je in eerste aanleg zeggen. In Stockholm kwamen strijdende partijen een staakt-het-vuren overeen. Na bijna vier jaar bombarderen. Na ruim 10.000 doden. Na een hongersnood die het leven van 20 miljoen mensen bedreigd is een bestand voor mensen in Jemen een sprankje, een vleugje hoop. Licht in een lange inktzwarte nacht.

En in tweede aanleg? Is er ook bij nadere beschouwing reden voor hoop? Journalisten melden na ondertekening van het bestand nieuwe gevechten. Inwoners hoorden nog raketten, mortier- en mitrailleurvuur in de buitenwijken van Hodeidah, de oude havenstad die zo cruciaal is voor de aanvoer van voedsel. Je wilt het eigenlijk niet horen. Maar dat sprankje hoop, dat vleugje vrede is nog zo broos. De nacht is nog zo donker, komt er ooit een nieuwe morgen in Jemen?

De dagelijkse realiteit geeft maar weinig aanleiding voor optimisme. En toch zijn er mensen die optimisme een plicht noemen. Iets daarvan spreekt mij aan. In de toekomst liggen alle mogelijkheden nog open, zowel de goede als de kwade. Verandering is mogelijk. Wij kunnen samen de toekomst mede vorm geven door wat we doen. Ja, we hebben een plicht om binnen onze mogelijkheden steun te geven aan alles dat tot een betere toekomst kan leiden. Optimisme als plicht is beter dan pessimisme dat een kwade afloop voorspelt en elke sprankje hoop dooft.

Maar op weg naar Kerst, nu de nachten lang en donker zijn, besef ik dat naast optimisme als plicht er ook hoop als vertrouwen nodig is. Vaclav Havel schreef het al. “Hoop is niet hetzelfde als optimisme of overtuiging dat iets goed zal aflopen. Hoop is de zekerheid dat iets zinvol is, afgezien van de afloop”. Hoop is vertrouwen op goedheid die nog niet zichtbaar is geworden.

Hoe vaak overkomt het ons niet dat we niet weten hoe iets ten goede kan worden gekeerd? Hoe kan Jemen, als een symbool van menselijk lijden, ontkomen aan zijn nachtzwarte lot? Vaak gaat dat onze macht en ons voorstellingsvermogen te boven. Wat dan rest is hoop. Hoop die in de woorden van Havel “een kwaliteit van de ziel” is, “een gerichtheid van het hart voorbij de horizon verankerd.”

Voor die hoop, voor dat verlangen naar vrede is moed en durf nodig. En hardnekkige inzet om er aan bij te dragen. En soms ook geduld om te wachten op wat komt. Als we goed kijken is een eerste kiem van vrede vaak al aanwezig, de toekomst is al begonnen. We moeten oog hebben voor de sprankjes hoop en vleugjes vrede die steeds weer ontstaan, waar wij ons kunnen bijvoegen, die we kunnen ondersteunen.

Kerst is het moment waarop we weer zicht krijgen op nieuw licht. Licht dat sprankjes hoop en vleugjes vrede nieuw leven inblaast. Ook in onszelf. Laten we hopen en bidden dat het bestand in Jemen stand houdt. En laten we alles doen om daar aan bij te dragen.

Geef een reactie