De NRC plaatste een bloedstollende foto op de voorpagina. Een hulpverlener met gasmasker draagt een vergiftigd kind. Het beeld lijkt rechtstreeks afkomstig uit een apocalyptisch landschap van Jeroen Bosch. Dat beeld was nog aan te zien. Er waren ook andere beelden. Jonge kinderen die stil stikken. Radeloze artsen die het gif met water van kinderen proberen af te spoelen. Moeders die machteloos toekijken.

Waar moeten we onze pen nu nog in dopen? In het azijn van cynisme waarmee politieke leiders de aanval met chemische wapens hypocriet veroordelen. In gal en alsem waarmee we het immense falen van de internationale politiek aan de kaak moeten stellen. Of in de bittere tranen van moeders die hun kind verloren door chloorgas dat zwaarder dan zuurstof onafwendbaar de schuilkelder in zakt?

Cynisch is dat de internationale coalitie, Amerika voorop, in ISIS steeds een grotere bedreiging zag dan in Assad. Dat de coalitie daarmee het ‘beest’ (citaat Trump) in de kaart speelde nam men voor lief. Daarmee rust een zware last van schuldige nalatigheid op de schouders van de internationale politiek.

Cynisch is dat Trump precies een jaar geleden in reactie op een aanval met chemische wapens 59 Amerikaanse raketten afvuurden op een Syrische luchtmacht basis. De aanval had geen volkenrechtelijk mandaat en geen enkel effect. Meer geweld leidt in dit stadium enkel tot meer geweld.

Cynisch is dat Trump president Obama waarschuwde tegen militaire actie toen Assad de rode lijn van chemisch wapengebruik passeerde. “Als Obama aanvalt en onschuldige burgers verwondt en doodt zal hij en Amerika er slecht op staan.” President Trump stelde een inreisverbod in voor oorlogsvluchtelingen uit Syrië.

Waar de gal van overloopt? In 2017 werd het budget dat de VN nodig heeft voor de opvang van vluchtelingen in de regio maar voor 54% gefinancierd. Het budget voor 2018 is tot nu toe nog maar voor 8% gedekt.

Maar cynisme, gal en alsem schieten te kort. Wat overblijft zijn de tranen. Er komen zinnen in de media voorbij die we langzaam tot ons door moeten laten dringen, die we op onze lippen moeten proeven. Zodat we het menselijk lijden nooit meer vergeten.

Dit zijn de stemmen van mensen zoals jij en ik. Ze moeten na 7 jaar belegering, uithongering en bombardementen hun stad Douma verlaten. Meteen na de laatste gifaanval stonden de bussen voor hun deportatie klaar.

“We vergeten nu de dagen omdat het toch niet meer uitmaakt. Alle dagen hebben dezelfde smaak, de smaak van dood en vernietiging.”

“Ik zal de herinneringen van mijn huis dat is gebombardeerd meenemen. Alles wat ik kan meenemen zijn twee koffers. Maar mijn gedachten, mijn herinnering zijn vol van wat we hebben doorgemaakt.”

“Ik beleef nu de laatste momenten van vaarwel in Douma, mijn stad; ik vertrek in de hoop ooit te kunnen terugkeren.”

“Ik heb geen andere keuze, en mijn hart doet zeer van het verdriet nu ik mijn stad, mijn kleine huis, mijn straat en zijn lieve mensen moet verlaten.”

“De bombardementen en de vernietiging die we zeven jaar hebben doorstaan zijn afgerond. Alle maskers zijn gevallen.”

Wat valt er verder nog te zeggen?

2 gedachten over “Een pen in tranen gedoopt

  1. de hele wereld is in rouw om het verlies en het verdriet wat deze kinderen is aan gedaan waar blijft het geweten van de mensen die er iets aan kunnen doen

Geef een reactie