CDS@ATF ME

Uit het Midden Oosten komt weinig goed nieuws. Daarom viel het artikel in de Telegraaf op. “De veelvuldige inzet van Nederlandse F-16’s in Irak dwingt ISIS in het defensief” kopte de grootste ochtendkrant. De Nederlandse Commandant der Strijdkrachten Middendorp bezocht de in Jordanië gestationeerde Nederlandse vliegers. En hij is vastberaden, strijdvaardig en tevreden teruggekeerd. ISIS in het defensief. Dat is goed nieuws. Maar is er reden voor dit optimisme?

Middendorp stelt dat de coalitie “de opmars van ISIS [heeft] weten te stoppen”. ISIS is “in de verdediging gedrongen en lijdt zware verliezen.” De bewegingsvrijheid van de ISIS is “zwaar beperkt.” En dankzij de Nederlandse instructeurs worden in Irak “lokale militairen getraind tot special forces.” ISIS heeft in Irak “30% terrein in verstedelijkte gebieden” verloren.

Het beeld dat de Commandant der Strijdkrachten schetst komt me nogal rooskleurig voor. Daar heb ik geen enkel bewijs voor. Bovendien heeft Middendorp informatie waarover ik niet beschik. Maar het valt wel op dat militairen in Washington in een andere toonzetting over de strijd tegen ISIS spreken.

Afgelopen september waarschuwde de hoogste Amerikaanse commandant Generaal Dempsey nog dat de campagne tegen ISIS “tactisch gestagneerd is (…) vooral in Irak waar de gevechten rond Ramadi en Baiji voortduren”. Een maand eerder verklaarde zijn voorganger dat de bombardementen de offensieven van ISIS hebben getemperd maar dat grondtroepen noodzakelijk zijn om de “patstelling te doorbreken”.

De gerenommeerde Britse militaire denktank RUSI stelde in een recent rapport vast dat ISIS ondanks verliezen “wendbaar blijft en in staat is strategische steden, militaire bases evenals dammen, opslagplaatsen, olie- en gasvelden aan te vallen.”

En er zijn meer berichten die somber stemmen. Begin dit jaar sprak de Amerikaanse legervoorlichting nog optimistisch over de bevrijding van het door ISIS bezette Mosul. Dat zou dit voorjaar gebeuren. Maar elke planning bleek te optimistisch. En de troepenopbouw bleef maar achterlopen. Commentatoren stellen inmiddels vast dat “niemand meer over de bevrijding van Mosul spreekt”.

Ook met de training van het Irakese leger, Nederland levert daar ook een bijdrage aan, wil het niet echt vlotten. Sinds de val van Mosul weten we wat het Irakese leger waard is: 1.500 ISIS strijders joegen het Irakese garnizoen van 22.500 militairen op de vlucht. Het kostte 25 miljard dollar en 10 jaar om het Irakese leger op te bouwen en 10 uur om het te verslaan, zo valt in Irak te beluisteren.

Geen wonder dat Amerikaanse legerspecialisten er nu vanuit gaan dat het nog 20 (!) jaar duurt om het Irakese leger op te leiden. Dat is niet omdat er te weinig instructeurs zijn maar omdat er te weinig Irakese militairen zijn die de training willen volgen. Veel militairen verlaten de training bovendien voortijdig. Waarom? De Irakese militaire commandanten zien de zin van de trainingen niet in. Het Irakese leger ontbeert volgens RUSI “cohesie, motivatie en leiderschap”. Geen wonder dat de Spaanse Minister van de Defensie weigert om meer instructeurs naar Irak te sturen.

Desondanks blijft de internationale coalitie zijn technische “train-and-equip” programma’s uitrollen. Volgens RUSI gaat deze Westerse export van technologie en militaire structuur volledig voorbij aan de ideologische en menselijke karakter van de strijd in Irak. “Het Irakese leger kan alleen overwinnen indien het zelf een coherente identiteit en een gemeenschappelijk doel heeft, ontleend aan een veilige, niet-sektarische en representatieve regering”.

Ik wil niet beweren dat Middendorp voorbij gaat aan alle problemen. Ook hij stelt dat de strijd tegen ISIS “er eentje van lange adem” is. Maar het artikel in de Telegraaf kan de lezer gemakkelijk op het verkeerde been zetten. Je zou zomaar in de verleiding kunnen komen om optimistisch te zijn over de voortgang van de strijd tegen ISIS. Maar daar is helaas nog bitter weinig aanleiding voor.

3 gedachten over “Strijd tegen ISIS: “tactische stagnatie”

  1. Afgelopen jaren heeft PAX verschillende malen uitgesproken dat vormen van militaire interventie ten behoeve van een bescherming (door onder meer no- fly-zones)van de burgerbevolking nodig waren tegen Assad’s bombardementen. Dat deed het ondanks de consistente kritiek die het uitbracht op de illusie dat een militaire aanpak en oplossing mogelijk was van de vele onderliggende politieke problemen in de regio. Ik heb deze gedachten ondersteund, maar zie natuurlijk wel in dat met de huidige koers van Rusland deze aanpak niet meer haalbaar is. De gevolg zijn intussen duidelijk: ontelbare slachtoffers en de huidige migrantenstroom, ook naar Europa. Daarom: is het intussen niet “realistischer”, en vooral beter voor de Syriërs zelf, te gaan pleiten voor een (federatieve) opdeling van het huidige Syrie in een pro-Assad regio (zo mogelijk zonder Assad), een Koerdische regio en een regio in handen van gematigde oppositiegroeperingen? Ik kom deze gedachte steeds meer tegen, ook als mogelijke uitkomst van politiek overleg tussen landen als de VS, Rusland, Turkije en Iran.

  2. Het lijkt of er voor het Westen geen aanvaardbare opties in de Syrische oorlog bestaan. Ik heb grote twijfels bij de “realistische” oplossing die Wim Bartels bepleit. Wat de eerste regio betreft, is er onder de huidige omstandigheden geen reden om aan te nemen dat Assad het veld zal ruimen. Wat de tweede betreft lijkt het mij onwaarschijnlijk dat Turkije een zwaarbewapende Koerdische staat aan zijn grens zal tolereren, Wat de derde betreft: De gematigde Syrische oppositiegroepen zijn uiterst zwak. Dus zou de derde regio die Wim Bartels noemt een jihadistische staat worden. Ten slotte: Wat doe je met het door ISIS beheerste gebied? Als een vierde Syrische staat erkennen? Helemaal plat bombarderen? Er zijn geen goede opties. Gruiters heeft gelijk met zijn pessimisme.

    1. Sami Faltas maakt zinnige kritische kanttekeningen bij de gesuggereerde onderhandelings-benadering.in het Syrische conflict. Allemaal reele punten. Mijn hoop blijft intussen toch gevestigd op de nu opgetreden even reele onderhandelingsnoodzaak die voor meerdere grotere betrokkenen bij het conflict geldt. Die zou kunnen leiden tot een feitelijke onderhandelingssituatie.. En daarin kunnen partijen meestal niet vasthouden aan hun oorspronkelijke inzet, idelogische kijk en belangen. Dat voert waarschijnlijk niet tot de door ons verlangde breed van onderop gedragen vrede, maar wel tot een stabielere situatie waarin opnieuw door partijen aan essentieele verdere voorwaarden voor een vrede kan worden “gewend” en gewerkt. En dat lijkt me beter dan de huidige chaos en burgeroorlog, voortdurende bron van gewelddadig jihadisme.

Geef een reactie