Al een jaar lang gaan de Syriërs de straat op. Inmiddels niet meer vooral op vrijdag, maar elke dag. Dag in dag uit. Zo was er in Darayya, een voorstad van Damascus, vanmorgen een demonstratie van vrouwen die om de vrijlating van de gevangenen en de val van het regime riepen. Op één van hun spandoeken stond: “Onze revolutie blijft vreedzaam, net zo lang totdat we een civiele staat hebben bereikt.” En via de sociale media in Syrië was er vandaag de volgende leuze te lezen: “Wees niet verdrietig om de martelaren. Wees verdrietig om de lafaards die staan toe te kijken.” U leest dit omdat u niet enkel wilt toekijken maar geraakt en betrokken bent.

Al een jaar lang organiseren lokale coördinatie comités in Syrië geweldloze demonstraties. Op vrijdag soms op vijf- tot zeshonderd plaatsen tegelijkertijd. Syrische burgers verzetten zich tegen een repressief bewind dat tot elke prijs aan de macht wil blijven. Zij komen na 42 jaar onderdrukking op voor hun menselijke waardigheid. En zij gaan door met hun opstand ondanks de orgie van marteling en moord. Ondanks het excessieve geweld tegen ongewapende burgers. Ondanks het verkrachten van de meest fundamentele mensenrechten.

De moed, de diepgang en de kracht van deze geweldloze revolutie dwingt respect af en vergt een brede internationale erkenning. Zeker, er wordt ook gevochten. Er worden wapens ingezet om burgers te beschermen. Maar ondanks het geweld blijft de Syrische revolutie in de kern geweldloos.
Wie dat naïef noemt heeft geen besef van de repressie die Syrië al zolang in de greep houdt. Wie dat kansloos noemt heeft geen idee van de moed van Syrische burgers. En wie twijfelt aan de uitkomst moet ook beseffen dat er geen weg terug meer is.

Het doel van de Syrische revolutie is duidelijk. De dictatuur moet stoppen. De weg om dit doel te bereiken is lang en steil. En de tol die de Syrische bevolking betaalt is onvoorstelbaar. De cijfers spreken voor zich. Ruim 9.000 doden, 30.000 vluchtelingen, 200.000 ontheemden. Duizenden gevangenen die systematische martelingen ondergaan. De verhalen en beelden uit Syrië zijn hartverscheurend.

Wat moet er gebeuren? Wat kan er gebeuren? De zogenaamde internationale gemeenschap reageert zoals zo vaak te laat en te verdeeld. Toch kan die internationaal verdeelde gemeenschap nog altijd een bijdrage leveren. Ik geef twee voorbeelden.

De Syrische oppositie heeft zich zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is verenigd in de Syrian National Council. Op deze raad valt best wat aan te merken. De raad beseft zelf als geen ander dat meer eenheid en representativiteit van vitaal belang zijn. Dat verder investeren in een democratische cultuur en de contacten met de Syrische bevolking essentieel is. Maar de Syrian National Council is “the only game in town”. De raad heeft een zekere legitimiteit. En dat kan van de Syrische regering niet gezegd worden. Laat de internationale gemeenschap, laat Nederland daarom alles uit de kast halen om de legitimiteit van de Syrian National Council te versterken en de raad te ondersteunen bij het ontwikkelen van een plan voor de toekomst van Syrië.

Ook de locale coördinatie comités in Syrië zoeken nadrukkelijk ondersteuning. Zij hebben veilige communicatie apparatuur nodig. Geld voor levensonderhoud. Geld voor internetverbindingen, simkaarten en lifestreams. Geld voor de organisatie van hun demonstraties. Zij moeten opboksen tegen een Syrisch veiligheidsapparaat dat alle steun krijgt vanuit landen als Rusland en Iran. Laat de internationale gemeenschap, laat Nederland daarom alles uit de kast halen om de interne Syrische oppositie te ondersteunen met communicatiemiddelen en alles wat zij nodig hebben voor het voortzetten van hun geweldloze revolutie.

Wat kan er, wat moet er gebeuren? Rusland draagt een zware verantwoordelijkheid voor de Syrische misdaden tegen de mensheid. Onverstoorbaar blijft Rusland het Syrische regime politiek steunen, militair adviseren en van wapens voorzien. En onverstoorbaar blijft de internationale gemeenschap zijn relaties met Rusland onderhouden. Zo maakt Nederland zich op voor het vierhonderdjarig bestaan van de bilaterale relatie tussen Rusland en Nederland in 2013. Gaan we tegen de achtergrond van het Syrische drama onverstoorbaar door met het behartigen van onze economische belangen? Kunnen de talloze reizen van het koninklijk huis , van ministers en burgermeesters gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand is? Kan Jozias van Aartsen gewoon voorzitter zijn van het Nederland –Rusland 2013 comité en tegelijkertijd burgermeester zijn van Den Haag, de internationale hoofdstad van het recht? Is het niet tijd dat de Tweede Kamer hierover het debat opent?

Wat moet er en wat kan er gebeuren? Natuurlijk moet eerst het geweld stoppen. Meer precies geformuleerd. Het regime moet stoppen met het geweld tegen een opstand die van meet af aan vreedzaam en geweldloos was en dat nu in de kern en in meerderheid nog steeds is.

Kunnen we en moeten we Syrische burgers met militair geweld beschermen tegen hun eigen regering? Dat is een vreselijk dilemma. In uiterste omstandigheden en als laatste redmiddel kan militair geweld nodig zijn om de Syrische bevolking te beschermen tegen oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Er bestaat echter een levensgroot risico dat militaire interventie het humanitair lijden niet voorkomt maar juist verergert. Dat een inclusieve en meer democratische Syrische samenleving niet dichterbij komt maar verder uit zicht raakt. Vooralsnog meen ik daarom dat we nu niet veel meer kunnen doen dan hopen op een wonder, op een politieke doorbraak die een einde maakt aan de dictatuur.

Het heeft geen zin vrijblijvende discussies te voeren over militair ingrijpen. Maar het geeft ook geen pas militair ingrijpen onder alle omstandigheden en op voorhand uit te sluiten. Hier ligt een opdracht voor de politiek maar ook voor organisaties als IKV Pax Christi om bij te dragen aan een zorgvuldig debat over realistische militaire opties voor de bescherming van burgers.

Wat moet er en wat kan er gebeuren? De internationale gemeenschap is verdeeld en verlamd. En eerlijk gezegd voelen wij ons soms ook machteloos. Maar er is iets dat wij kunnen doen. Hier en nu. De lokale coördinatie comités, die de motor vormen van de geweldloze revolutie, vragen onze steun. Meer dan ooit hebben zij behoefte aan morele en aan financiële steun. Na maandenlange vreedzame protesten zijn de financiële middelen uitgeput. Een lokaal coördinatie comité kan voor 850 Euro per maand elementaire zaken als telefoonverbindingen, pamfletten en spandoeken bekostigen.

IKV Pax Christi start daarom vandaag de campagne Adopt a revolution. De geweldloze revolutie in Syrië wordt gedragen door gewone burgers zoals u en ik. Over de Syrische revolutie valt veel te zeggen maar niet dat deze te danken is aan de inspanningen van regeringen of ondernemingen. Het zijn burgers in Syrië die het verschil maken. En ook burgers in Nederland kunnen een verschil maken.
U en ik kunnen met een financiële bijdrage lokale coördinatie comités in Syrië ondersteunen bij het volhouden van hun geweldloze verzet. Uw bijdrage is het durfkapitaal voor een revolutie die wel kan maar niet mag mislukken.

En naast financiële steun is het belangrijk morele steun te geven. Het belang daarvan valt niet te overschatten. Het minste dat wij kunnen doen is Syrische burgers te laten weten dat wij hen niet zijn vergeten. Dat wij niet langs de kant blijven staan. Dat wij hun strijd voor een menswaardig bestaan steunen. Dat wij bereid zijn hun vreedzame verzet te adopteren. Als deze manifestatie een ding wil zijn, dan is het een manifestatie van onze solidariteit met de Syrische bevolking die zo intens verlangt naar een vreedzame toekomst.

Opening Adopt the Revolution in de Balie te Amsterdam d.d. 14 maart 2012

3 gedachten over “Adopt a revolution: durfkapitaal voor revolutie

  1. Heb het artikel gelezen.
    Ben daadwerkelijk net zo ongerust.
    Maar ook over dit initiatief.
    Vooral omdat het uit de IKV-hoek komt.
    Geweld met geweld beantwoorden.
    Ben meer voor de optie van mobilisatie van aandacht en lobby.
    Laat de media hier op focussen en de feiten gebruiken om de politiek te dwingen om door dialoog de Russen en Iran te bewegen om financiële en militaire steun aan het regime te staken.
    Als wij de oppositie in Syrië financieel gaan steunen ( los van humanitaire hulp ) zal het geweld alleen maar oplaaien.

    1. Adopt a revolution ondersteunt enkel geweldloze initiatieven! De Syrische opstand in nog steeds in de kern en in grote mate geweldloos. Niet enkel uit morele overtuiging maar ook als politiek-strategische keuze. En geweldloze activisten vragen onze steun….

      1. Jan, ik kan me indenken wat de situatie daar jou zorgen baart en dat je wilt helpen. MIJN zorg is een gevolg van de ontwikkelingen in de Noord Afrikaanse landen waar opposities nu wel wapens hebben maar nog geen democratie en de tegenstellingen tussen groeperingen onveranderd doorwoekeren….
        Niet MEER, maar minder wapens moet toch mogelijk zijn bijvoorbeeld door meer druk op bijv.Rusland.
        Bij een internetforum van D66 blijkt echter, dat velen met mij de media verdenken van een erg commerciële instelling ( wat vindt de gemiddelde kijker belangrijk ) waardoor hoofdredacties keuzes maken die deze belangrijke onderwerpen onderbelicht houden. Wat doen we daar aan ?

Geef een reactie